Tank onderzoek

Bij een tankonderzoek wordt door middel van minimale inspanningen gekeken of er op een locatie sprake is van mogelijke bodemverontreiniging. Indien dit het geval is kan een nader bodemonderzoek nodig zijn. Pas dan kan de ernst en omvang van een eventuele bodemverontreiniging worden bepaald.

Twee boringen

Doorgaans kan er voor een gemiddelde tank (onverdacht <10 m3) gesteld worden dat er door middel van twee boringen een representatief beeld verkregen kan worden van de bodem. Bij grotere tanks of een cluster van meerdere tanks zullen meer boringen gezet moeten worden. Als het vulpunt, afleverpunt en/of ontluchting op een grotere afstand dan 2 meter van de tanklocatie verwijderd zijn dan dienen deze alsmede de leidingen ook te worden onderzocht.

Peilbuis

Voor grondwaterbemonstering wordt een peilbuis geplaatst. De monstername van het grondwater gebeurt een week na plaatsing van het peilfilter, dit vanwege mogelijk verstoring in de bodem vanwege de plaatsing van het peilfilter.

NEN 5740 / VEP-OO / VEP

Het bodemonderzoek wordt uitgevoerd conform NEN5740. Onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een of meer ondergrondse opslagtanks (VEP-OO). Voor bovengrondse opslagtank wordt de strategie, verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting (VEP) gehanteerd.