Partijkeuring bodem (AP04)

De manier waarop grond mag worden hergebruikt is geregeld in het besluit bodemkwaliteit. Voordat grond kan worden toegepast voor een nieuwe ontwikkeling moet deze voorzien te zijn van een milieuhygiënische verklaring. In de meeste gevallen wordt daarvoor een partijkeuring op basis van SIKB-protocol 1001 gebruikt (een zogenaamd AP04-rapport).

Zowel voor organische als voor anorganische parameters zijn in de regeling bodemkwaliteit samenstellingswaarden opgenomen. Op basis hiervan wordt een partij ingedeeld in de klassen achtergrondwaarden, wonen, industrie of niet toepasbaar.

De uitvoering van de partijkeuring voeren wij in-situ uit (vanaf het maaiveld) of middels depotbemonstering. Bij in-situ onderscheiden wij eventuele grondsoorten tijdens de monsterneming en kunnen we rekening houden met de verwachte chemische samenstelling van de partij. Bij een depotbemonstering is onderscheid tussen grondsoorten lastiger. Welke uitvoering de voorkeur geniet, is afhankelijk van de situatie.